Juveneraal hormoon (JH) is een belangrijke groep acyclische sesquiterpenoïde hormonen die een cruciale rol spelen bij het reguleren van verschillende fysiologische processen bij insecten. Het werd begin 20ste eeuw ontdekt door Vincent Wigglesworth en wordt voornamelijk afgescheiden door de corpora allata, een paar endocriene klieren achter de hersenen. Dit hormoon is essentieel voor het behouden van larvale kenmerken, het reguleren van ontwikkeling, voortplanting en beïnvloedt gedragingen zoals diapauze en polyfenisme.
Belangrijke functies en mechanismen:
- Ontwikkelingsregulatie: JH voorkomt voortijdige metamorfose door juveniele kenmerken te behouden tijdens de vervelling, zodat insecten door opeenvolgende stadia kunnen groeien. De niveaus van JH bepalen of een insect verder zal ontwikkelen als een larve of zal overgaan naar de pop en volwassenheid.
- Reproductieve controle: Bij volwassen vrouwelijke insecten stimuleert JH de vitellogenese, wat de productie van eiproducten bevordert die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van eieren. Deze functie is essentieel voor reproductief succes.
- Interactie met ecdysteroïden: JH werkt samen met ecdysteroïden, de hormonen die de vervelling triggeren. Het evenwicht tussen deze hormonen coördineert het tijdstip en de aard van ontwikkelingsovergangen.
Onderzoeksapplicaties en klinische betekenis:
-
Insectenfysiologische studies: Het begrijpen van de rol van JH geeft inzicht in de ontwikkeling en metamorfose van insecten, wat bijdraagt aan onze kennis van levenscyclusstrategieën.
- Plagenbestrijding: Onderzoek naar JH kan strategieën voor plaagbestrijding informeren. JH-analogen worden onderzocht als potentiële insecticiden die de normale ontwikkeling verstoren.
- Kastendifferentiatie: Bij sociale insecten zoals bijen en mieren beïnvloedt JH de bepaling en differentiatie van kasten, wat inzicht geeft in de complexe sociale gedragingen binnen kolonies.