Antilichamen
Een antilichaam is een glycoproteïne of immunoglobuline dat zich bindt aan een antigeen (of een deel van het antigeen dat epitoop wordt genoemd)., Deze combinatie maakt het mogelijk om een immunologische reactie op te wekken tegen een externe stof. Een antilichaam bestaat uit constante en variabele domeinen. De variabele domeinen vormen de bindingsplaats met het antigeen of de paratoop.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen monoklonale en polyklonale antilichamen. Monoklonale antilichamen herkennen één type epitoop op een bepaald antigeen, terwijl polyklonale antilichamen een mengsel zijn van antilichamen die verschillende epitopen op een bepaald antigeen herkennen.
Antilichamen zijn een belangrijk hulpmiddel voor het bestuderen en detecteren van vele mechanismen en pathologieën.
Antilichamen zijn een belangrijk hulpmiddel voor het bestuderen en detecteren van vele mechanismen en pathologieën.
Naast monoklonale en polyklonale antilichamen wordt er ook onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire antilichamen. Deze 2 soorten antilichamen zijn gerelateerd aan de technieken waarin ze worden gebruikt. Inderdaad,de primaire antilichamen herkennen de epitopen van het doeleiwit terwijl de secundaire antilichamen binden aan de primaire antilichamen om het gevormde complex zichtbaar te maken dankzij een koppeling van de secundaire antilichamen met een enzym (HRP of AP), een fluorochroom of biotine.