In situ hybridisatie
In situ hybridisatie (ISH) is een laboratoriumtechniek voor het lokaliseren van specifieke enkelstrengs nucleïnezuurtargets op een histologische sectie van weefsel of gefixeerde cellen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een kleine sequentie die complementair is aan het doelwit, probe genaamd.
Er zijn 2 soorten in situ hybridisatie die zich onderscheiden door het label dat wordt gebruikt om RNA- en DNA-doelen zichtbaar te maken. Enerzijds FISH (Fluorescente in situ hybridisatie) als de probe gelabeld is met een fluorochroom en anderzijds CISH (Chromogene in situ hybridisatie) als de probe gelabeld is met een chromogeen. Deze 2 soorten HIS zijn gebaseerd op hetzelfde principe, maar de inherente kenmerken van elke detectiemethode maken FISH en CISH voor zeer verschillende toepassingen geschikt. Bovendien zijn de instrumenten die gebruikt worden om de resultaten te visualiseren niet dezelfde, afhankelijk van de gebruikte methode: helderveldmicroscopie voor CISH en fluorescentiemicroscopie voor FISH.