Musculoskeletale ziekten zoals artrose, reumatoïde artritis, osteoporose, tendinopathieën en spierdystrofieën treffen wereldwijd miljoenen mensen, wat leidt tot chronische pijn, verminderde mobiliteit en aanzienlijke sociaaleconomische lasten. Aangezien conventionele behandelingen vaak gericht zijn op symptoombestrijding in plaats van herstel, is de aandacht verschoven naar regeneratieve geneeskunde — met name het gebruik van primaire cellen — om beschadigde weefsels te herstellen en de ziekteprogressie te stoppen.
In dit verband bieden primaire cellen afkomstig van musculoskeletale weefsels een fysiologisch relevanter model dan geïmmortaliseerde of gemodificeerde cellen, waardoor ze essentiële hulpmiddelen zijn in ziektemodellering, geneesmiddelenscreening en ontwikkeling van celgebaseerde therapieën. Hieronder benadrukken we de meest relevante primaire celtypen die betrokken zijn bij musculoskeletale pathologieën.
Lijst van Belangrijke Primaire Cellen in Musculoskeletale Ziekteonderzoek
Type Primaire Cel | Bronweefsel | Hoofdfunctie | Klinische/Ziekte Relevantie | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mesenchymale Stamcellen (MSCs) |
Beenmerg, vetweefsel, navelstreng | Differentiëren in bot-, kraakbeen-, spier- en vetcellen | Gebruikt in regeneratieve geneeskunde voor kraakbeen/bottenherstel, artrose, peesletsel | |||
Osteoblasten |
Botweefsel of afgeleid van MSCs | Vorming en mineralisatie van de botmatrix | Verstoord bij osteoporose, betrokken bij botregeneratie | |||
Osteoclasten |
Hematopoëtische stamcellen | Botresorptie | Overactief bij osteoporose, reumatoïde artritis, botmetastasen | |||
Chondrocyten |
Articulair kraakbeen | Produceren ECM (type II collageen, proteoglycanen) | Centraal in kraakbeendegeneratie (artrose), gebruikt in kraakbeenweefseltechnologie | |||
Synoviocyten (Type A & B) |
Synoviaal membraan | Type A: immuunsurveillance; Type B: afscheiding van smeermiddelen | Belangrijke spelers bij gewrichtsinflammatie (bijv. reumatoïde artritis, synovitis) | |||
Satellietcellen (Spierstamcellen) |
Skeletspier (onder de basale lamina) | Spierregeneratie, ondersteuning van spierherstel | Doelwit bij spierdystrofieën, sarcopenie | |||
Tendon-Derived Stam/Progenitor Cellen (TSPCs) |
Peesweefsel | ECM-remodellering en ontstekingsmodulatie | Onderzocht voor peesgenezing (bijv. tendinopathie, rotator cuff letsel) | |||
Fibroblasten (Gewricht, Spier, Pees) |
Bindweefsels | ECM-productie, ontstekingsregulatie | Verantwoordelijk voor fibrose en chronische ontsteking bij gewricht/spierziekten | |||
Nucleus Pulposus Cellen (NPCs) |
Intervertebrale schijf (nucleus pulposus gebied) | Behouden schijfhydratie, weerstaan compressiekrachten | Degeneratie gekoppeld aan intervertebrale schijfziekte en chronische rugpijn | |||
Cartilage Progenitor Cellen (CPCs) |
Oppervlaktezone van kraakbeen | Chondrogene potentie voor kraakbeenregeneratie | Potentiële bron voor kraakbeenherstel en bio-engineering | |||
Periost Progenitor Cellen |
Periost (botoppervlak) | Deelname aan botregeneratie en -remodellering | Belangrijk voor botbreukgenezing en osteogenese | |||
Fibro-Adipogene Progenitoren (FAPs) |
Spierinterstitium | Ondersteunen satellietcellen; moduleren fibrose | Betrokken bij spierfibrose en regeneratie-evenwicht | |||
iPSC-Derived Musculoskeletale Cellen |
Hersengemaakte somatische cellen | Kunnen primaire celtypen nabootsen: spier, bot, kraakbeen | Persoonlijk cellulaire therapie model, waardevol in ziektemodellering |